|
Reisverslag
Geuren en kleuren |
Gepost door: Joost: Greymouth |
Op Friday 26 November 2004, 02:34 |
|
Daar zijn we weer lieve mensen! Deze keer niet vanaf het noorder-, maar vanaf het zuidereiland. We hebben twee dagen geleden de oversteek vanuit Wellington gemaakt en zijn vanuit Picton aan het tweede, en langste deel van de rondreis begonnen. Maar er is tussen nu en de vorige keer dat ik jullie een verslag te lezen gaf heel veel gebeurd. Daarom neem ik jullie nu eerst mee naar de plek waar ik jullie de vorige keer achter liet. Knijpers op de neus want we gaan naar Hell's Gate in Rotorua.
In mijn laatste reisverhaal liet ik jullie al weten dat de aarde in Rotorua ontzettend actief is. Er zijn diverse parken rond deze plaats waar je getuige bent van vulkanische activiteit. We waren wat laat in de middag in Rotorua aangekomen en dus besloten we om naar een wat kleiner park te gaan. Uiteindelijk zijn we naar Hell's Gate! gegaan. Het kleinste park, maar wel het meest actieve. Of we daar achteraf nog zo blij mee waren... De rede dat ik dat zo schrijf en waarom ik jullie in de eerste alinea adviseerde om knijpers mee te nemen, is omdat het echt ongelooflijk, zwaar verschrikkelijk stonk. Er stijgt enorm veel zwavel omhoog in die vulkanische parken en dat zorgt voor een hele zieke lucht. Het is dus heel krom. Aan een kant wil je overal lang stil blijven staan om alles goed te kunnen bekijken, maar aan de andere kant loop je het liefst snel door om zo snel mogelijk weer frisse lucht in te kunnen ademen. Maar als je de odeur voor lief neemt, dan is het absoluut de moeite waard een plek als deze te bezoeken. Moddervulkanen, heetwater watervallen, water dat kokend uit de grond omhoog komt, zwavelmeren en overal, echt overal damp om je heen. Ik had in mijn leven nog nooit zoiets als dit gezien en je gaat alleen maar meer respect krijgen voor moedertje natuur. Alleen jammer dat ze dit bijzondere natuurverschijnsel gepaard laat gaan met een geur van rotte eieren. En dan nog twee keer zo erg...
Weg uit de stank! Weg uit Rotorua. We pakken de camper en we rijden door naar de volgende stop. Via lake Taupo zijn we naar het Tongariro national park gereden. Dit park beslaat drie vulkanen die alle drie nog actief zijn. Een van de vulkanen kreeg mijn speciale aandacht. Ik herkende als Lord of the Rings fan in Mount Ngauruhoe direct Mount Doom, de berg waar Frodo zijn dierbare ringetje achter heeft moeten laten. Het was niet de laatste keer dat ik Lord of the Rings cultuur op kon snuiven. Maar daarover later meer. Eerst hadden we de Tongariro crossing voor ons staan. Een wandeling van zeventien kilometer die ons over de top van een van de vulkanen heen voerde. In april heb een apart verslag aan de wandeling naar de top van Cradle Mountain op Tasmanie besteed, en deze Tongariro crossing verdient eigenlijk ook een eigen verhaal. Gezien de tijd die ik heb en de gebeurtenissen die ik nog moet beschrijven houd ik het kort.
Iets voor acht in de ochtend kwamen we met het transferbusje aan bij het starpunt van de wandeling. Het zonnetje brandde al goed en het beloofde een mooie dag te worden. In het begin hadden we mooi de tijd om er lekker in te komen. Het pad was namelijk vrij vlak en er was niet veel inspanning verreist. Na anderhalf uur werd dat wel even anders. Het zwaarste punt van de hele tocht lag voor ons. Een stuk erg steil omhoog. "Je kunt het maar gehad hebben" dacht ik. Zwaar ademhalend keek ik halverwege de klim achter me naar het stuk dat we al gelopen hadden. Fantastisch! Dit was weer puur natuur. Om je heen niets anders rots, hier en daar wat begroeiing en een riviertje dat ver beneden onder ons stroomde. Voor ons lag Mount Doom. "Wat speelt er zich af daarbinnen?" vroeg ik me af. "Wanneer is het weer tijd voor jou om uit te barsten?" Vorig jaar leek het erop dat hij weer zou gaan spugen, ,maar het was loos alarm. Toch verwacht men dat het niet lang meer duurt. Tussen 2003 en 2005 is de voorspelling. Toen wij boven aan kwamen na de steile klim kwamen er rookpluimpjes uit de top van de berg. Bewijs van activiteit, maar dat heb je hier altijd. Er is niets verontrustend gebeurd lieve mensen.
Het volgende deel van de tocht leed ons door een oude krater. Een vlak stuk dus en dat was wel even fijn na de klim van zojuist. Je kunt je van de omgeving geen voorstelling van maken mensen als je er zelf niet gelopen hebt. Het landschap is dor. Er groeit bijna niets. Lava heerst hier. Alles om je heen is van steen. Zowel links als rechts van ons waren de toppen van de vulkanen bedekt met sneeuw. Hier en daar moesten we zelf ook door de sneeuw heen. Het was fris daarboven! We kwamen een Nederlander tegen die hier vijf weken geleden ook al was. Hij wilde de crossing toen al doen, maar het weer was veel te slecht en er lag een flink pak sneeuw. Dat was nog maar vijf weken geleden. Aan de overkant van de krater was het weer klimmen geblazen. Deze klim was echter een stuk minder zwaar en nog voor elf uur stonden we op het hoogste punt van de wandeling. Het uitzicht wat je hier had is het beste uitzicht wat ik tot nu toe in Nieuw Zeeland heb gehad. Je ziet zoveel als je een keer een rondje draait! Besneeuwde bergtoppen, drie kleine meertjes met ontzettend blauw water, een vuurrode krater, en nog altijd de rook uit de vulkaa... Het was machtig mooi!
Omdat ik nu het toppunt van de wandeling beschreven heb, laat ik de rest van de tocht voor wat het is. Tijd om de wandelschoenen uit te trekken en door te karren naar de hoofdstad. Ik neem jullie mee naar Wellington! Of zoals de locals het hier zeggen: Windy Wellington. En dat is niet helemaal onterecht want het kan daar goed doorwaaien. Sleutels in het contact dus en rijden maar. Nog lang kon ik, terwijl ik tussen de met schapen gevulde weilanden reed, in de achteruitkijkspiegel de besneeuwde top van Mount Ruapehu zien. De hoogste vulkaan van het drietal. Een plaatje! Een enorm contrast met het plaatje wat we een paar uur later hadden. De parkeerplaats van het "Te Papa Museum". Een modern museum waar de Nieuw Zeelanders erg trots op zijn. We spraken tussen ons zessen af dat we tot zeven uur de tijd voor onszelf hadden in de hoofdstad. Enkelen gingen Te Papa in, een ander ging ergens internetten en ik besloot om mezelf weer in "Lord of the Rings" te verdiepen. De "huishaven" van de film ligt in deze stad. In "The Embassy" zijn de films tijdens de wereldpremières voor het eerst gedraaid en ik wilde die bioscoop wel eens van naderbij bekijken. Toen ik de Embassy binnen liep viel me direct op dat het een sjiek tentje was. Een grote luster aan het plafond, een mooie grote trap naar boven. Van boven een balkon met uitkijk op de entree enz. De bovenverdieping was eigenlijk gesloten op het moment dat ik er was, maar ik mocht toch even een kijkje nemen in de ruimtes boven. Daar hingen foto's van de première van "The Return of the King" Wat moet dat een geweldig evenement geweest zijn!
Na mijn bezoek aan de bioscoop ben ik naar een cafe geweest waar de acteurs destijds schijnbaar regelmatig kwamen. Dat vertelde de dame in de bios mij ten minste. De barman van de Matterhorn moest er erg om lachen en vertelede mij dat Gandalf bij hem nooit een pilsje heeft gedronken. Ik moest van hem naar "The Green Parrot gaan" Geen idee wat dat was, maar toen ik binnen stond bij de groene papegaai, stond ik in een Italiaans restaurant. "Watta ken I doo forre you?" vroeg de beste man. Ik vertelde hem over mijn korte bezoek aan Wellington en dat ik het een en ander wilde zien wat met de films te maken had. Hij vertelde mij dat Peter Jackson een vaste klant is in zijn restaurant en dat hij tijdens het opnemen van de LOTR films vaak met spelers en andere medewerkers om een pizzatje of pasta kwam. Verklaard ook gelijk de omvang van de heer Jackson. Ik mocht wat opnames maken in zijn restaurant, maar veel viel er niet te filmen. Slechts een groot schilderij aan de muur met daarop Peter Jackson die met zijn crew aan het eten is. De eigenaar van het restaurant vertelde mij verder nog dat hij op Mount Victoria woont en dat Peter Jackson daar bezig is met zijn nieuwst film. King Kong. Elke avond ziet hij dan de hele bups om twee uur s'nachts terug keren van de set. Ik vond het allemaal heel interessant en bedankte hem voor het leuke gesprek dat ik met hem had. "Say hi to mister Jackson from me" riep ik terwijl ik de deur van the green parrot achter me dicht trok. "Haha! I surely will" hoorde ik hem nog terug roepen.
Genoeg Lord of the Rings. Wellington had nog meer te bieden. Ik ben toch ook maar even Te Papa ingedoken. Je hoeft geen entree te betalen daar dus het is daar voor ons backpackers goedkoop cultuur snuiven. Het was leuk om er even rond gekeken te hebben, maar zo heel bijzonder vond ik het nu achteraf ook weer niet. Maar ja, je kon niet veel anders doen, want buiten regende het. Na met de hele groep gegeten te hebben bij de McDonalds (het mocht wel weer een keertje) zijn we onszelf net buiten Wellington een camping gaan zoeken. Niet al te ver weg want de volgende dag moesten we al vroeg met de boot mee voor de oversteek naar het zuidereiland. Het weer was weer helemaal opgeklaard op de dag dat we de boot hadden. Maar wat een wind!! Wellington deed haar naam weer goed eer aan! Je blies echt om als je niet uitkeek. De boot deed me een beetje terugdenken aan Devonport op Tasmanie. Deze boot was net zo groot en bood genoeg vertier om je niet te hoeven vervelen. Ik had echter aan het uitzicht vanaf de boot genoeg om mezelf te vermaken. Na een flinke vertraging van anderhalf uur was het dag Wellington. Op naar het andere eiland!
En daar zijn we nu! De oversteek was, hoe kan het ook anders zou je denken, weer prachtig. Het schip stak mooi tussen alle eilandjes van de Marlborough Sounds door en legde uiteindelijk aan in Picton. Een stadje dat niet veel te bieden heeft en dus reden we gelijk door richting het Abel Tasman national park. Een regenwoud waar je fantastisch mooi kunt wandelen. Henny en Wil kozen de volgende dag dan ook voor deze activiteit. Met een watertaxi werden ze naar het startpunt van de wandeling gebracht en vanaf daar hebben ze een tocht gemaakt naar het punt waar de watertaxi hen weer ophaalde. Ik ben samen met Marijn en Renate anderhalf uur gaan varen op een catamaran. Onze gids vertelde het een en ander over de bezienswaardigheden van de streek en gaf uitleg over bepaalde natuurverschijnselen. Hartstikke leuk alleen jammer dat de goede man niet te verstaan was. Maakt ook niet uit. Het was gewoon heerlijk om op de boot te liggen. Na het varen was het 8 kilometer terug lopen naar de camping. Muziekje opgezet en genoten van het landschap om me heen. In mijn hoofd was ik al bezig met het schrijven van dit reisverslag. Ik dacht terug aan de afgelopen week. Wat voor geweldige dingen ik wel niet weer gezien heb. Men zegt dat als je lang reist, sommige dingen saai of gewoontjes gaan worden. Weer een strandje, weer een bosEHet moet al echt zijn wil het nog indruk maken. Ik kan gelukkig zeggen dat Nieuw Zeeland me keer na keer weer opnieuw weet te verrassen. Het is echt een heel mooi land. Maar zoals ik jullie al vaak heb gezegdEje moet het met je eigen ogen zien! Dus koop een ticket en see for yourself!!
Tot op jaarweg!
Joost |
|