|
Reisverslag
Onderweg |
Gepost door: Joost: Rotorua |
Op Sunday 21 November 2004, 01:28 |
|
Op het moment dat dit verslag in de maak is, zit ik in onze zespersoons Kea campervan. Jeroen zit achter het stuur want het is zijn beurt om ons weer naar een volgende toplocatie te brengen. Renate ligt boven op het bed nog wat bij te slapen, Na het vele uitslapen in Auckland een week geleden was het was vanmorgen namelijk vroeg opstaan om zeven uur. We moesten een huisje schoon maken. Maar daarover later meer. Laat ik bij het begin beginnen. En dat is het punt waar ik jullie vorige week verlaten heb. Even een paar daagjes terug dus. Terug naar Auckland. Terug naar het ‘New President hotel’ waar het was goed wakker worden dinsdag! De woorden Hotel en hostel lijken dan misschien wel veel op elkaar… toch zit er veel verschil tussen beide vormen van accommodatie. Een ‘New president hotelbed ligt toch een stuk beter dan een ‘Queens street backpackers’ bedje. In een hostel heb je een backpacker die (als je in een beter hostel zit) pannenkoeken voor je bakt. In een hotel heb je een lopend buffet. Jullie horen het. Ik had er geen probleem mee om voor de verandering weer eens wat luxer te overnachten.
Na het ontbijt hebben we een taxibusje gepakt die ons naar het Kea campervan verhuurbedrijf reed. Over de Harbour bridge heen en nog snel een laatste blik op Auckland met haar indrukwekkende skyline. Voornamelijk dankzij de skytower en de jachthaven. Een laatste blik voor dit moment dan want een paar dagen later zouden we deze stad op onze tocht naar het zuiden weer voorbij gaan. Je moet wel. Aangekomen bij Kea hebben we het papierwerk in orde gemaakt, uitleg gekregen over ons 6,70! meter lange gevaarte, koppie koffie gedronken en vervolgens de koffers er rugzakken uitgepakt. Het was tijd om aan het eerste traject te beginnen! Eerst nog even boodschappen doen natuurlijk. In de supermarkt wederom een kopje koffie gedronken. Er stond daar een promotor van Nescafe. Grappige kerel. Hij zou eens een lekker bakkie voor ons maken. En zelf lust hij het spul niet vertelde hij doodleuk.
Boodschappen ingeladen en toen op naar de ‘Bay of Islands’. Een streek ten noorden van Auckland met, hoe kan het ook anders, veel eilandjes. Buiten de stad hebben we aan het strand een plekje gezocht om wat te lunchen en ondertussen ging het boven ons dicht zitten. Wolken pakten zich samen en na een half uurtje hebben we de eerste (en tot nu toe enige) druppels gehad. Dat houdt Nieuw Zeeland groen zullen we maar zeggen. En daarbij was het alweer flink opgeklaard toen we het veerpondje namen voor de oversteek van Paihia naar Russel. Daar parkeerden we de camper en de eerste etappe zat erop. S’avonds een klein wandelingetje gemaakt om alvast in de wandelmood te komen. Over een paar dagen staat namelijk de 8 uur durige Tongariro crossing op het programma. Dan is het niet verkeerd om al wat in te lopen. Een dag later dus ook. Na een uitgebreid ontbijtje, zijn we naar een uitkijkpunt gelopen dat ons een fantastisch uitzicht gaf over de eilandjes van Bay of Islands. Renate koos ervoor om met een sneel speedboot het water op te gaan. De rest van onze club is naar de Waitangi Treaty Grounds gegaan.
Op 6 februari 1840 hebben de Engelsen en de Maori’s een verdrag ondertekend. Vanaf die datum (die ik overigens makkelijk kan onthouden zoals jullie zullen begrijpen) valt Nieuw Zeeland onder Brits bestuur. Op de Waitangi Treaty Grounds kun je mooi je geschiedeniskennis uitbreiden. Maar er viel meer te doen. Voordat we aan onze wandeling over het terrein begonnen zijn we naar een Maori zang- en dansvoorstelling gaan kijken. De in mijn ogen meest enthousiaste Maori van het groepje van vijf begon een heel verhaal in zijn eigen taal tegen ons. Geen idee waar die beste vent het over had, maar dan maar gewoon begrijpend kijken en ja knikken. De muziek die ze speelden vond ik erg sfeervol. Een enorm verschil met dat geschreeuw van die Aboriginals. Dat noem ik niet eens muziek. Wat ik van tevoren al wel gedacht had, bleek uit te komen. Ze hadden vrijwilligers nodig om mee te doen met de Haka. De strijddans van de Maori’s. (Johnny Walker reclame?). Jeroen, Wil en ik werden naar voren gehaald om voor een keer in de huid van een Maoristrijder te kruipen. Door de knietjes zakken, handen in de zij, grote ogen opzetten, tong uitsteken en schreeuwen maar. Erg leuk.
Australië heeft de Aboriginals, maar voor zover ik weet zijn alle plaatsnamen Engels. In Nieuw Zeeland daarentegen zijn heel veel plaatsnamen in het Maori’s. En dat is soms best lastig want het zijn vaak niet de makkelijkste namen. Op de Treaty Grounds stond een oorlogskano. En geen kleintje! De grootste ter wereld! 35 Meter lang en er zijn zo’n 80 roeiers nodig om met het ding vooruit te komen. De naam van deze kano:de Ngatokimatewhorua. Dat bedoel ik dus. Het verreist enige oefening eer je dit vlot uitspreekt.
Na het opsnuiven van al deze cultuur zijn we door gereden naar de westkust om een volgende plek voor de nacht te zoeken. Na een bochtige rit zijn we op een bushcamping terecht gekomen en de spaghetti kon uit de kast gehaald worden. Omdat het water niet goed wegliep in onze gootsteen hebben we de afwas in de campkitchen gedaan. Onderweg daarheen hoor je een clubje Nederlanders praten. “Ook hier zitten er maar zat”dacht ik. Na de afwas zijn we niet al te laat gaan slapen want de volgende dag stond er een grote afstand (qua tijd) gepland. Na het ontbijt hebben we dus gelijk onze biezen gepakt en koers gezet naar de Coromandel. Een plek die je gedurende je reis over het Noordereiland niet over mag slaan. Het was mijn beurt om achter stuur te kruipen en ons via Auckland oostwaarts naar de Coromandel te rijden. In Auckland zijn we bij Kea nog even kort gestopt om de gootsteen na te laten kijken. Nu waren we toch in de buurt. Vanuit Wellington rijd je niet zo makkelijk meer terug…
Na nu wel een laatste blik op Auckland geworpen te hebben, zijn we toen we van de grote weg af gingen naar een leuk plekje om te lunchen gaan zoeken. In Australië zei ik vaak dat ze daar de afvalbakken voor op straat nog uit moeten vinden. Hier in Nieuw Zeeland moeten ze de parkeerplaatsen langs de weg nop uitvinden, want na lang doorgereden te hebben besloten ik maar om de weg af te gaan en daar iets te gaan zoeken. Helaas… een lange weg rechtdoor. Toen ik het beu was heb ik de camper maar op een oprit van een boerenveld gezet. “Ze komen ons wel wegjagen als ze ons hier niet willen”dacht ik. Dat gebeurde natuurlijk niet dus was de zoektocht naar een parkeerplaats ten einde.
Na een lekker tomatensoepje hebben we de neuzen richting Coromandel gezet. Wat een ongelooflijk mooie route was dat. Eerst flink wat bochtwerk langs de kust en zodra je wat meer van de kust afgaat en omhoog de heuvels inrijdt heb je schitterende vergezichten. Ik heb de van dan ook twee keer stil gezet om buiten even rustig van het landschap te kunnen genieten. Zo groen!
Onze accommodatie voor de komende twee nachten hadden we te danken aan Elly en John. Even herhalen: de verre familie van Marijn. Ze hadden ons vorige week aangeboden om hun strandhuisje aan ons uit te lenen. Hoe aardig! Via de mail hadden ze ons laten weten hoe we er moesten komen en hoe we het huis binnen konden komen. Wat een huis! En we mochten ook van alle spullen gebruik maken. Dat hebben we dan ook dankbaar gedaan. Met surfplank en kayak zijn we naar de zee gegaan. Het viel nog niet mee om met z’n drieën in de kayak te stappen. De hoge golven in de branding hielpen ook niet echt mee en Henny heeft een mooie blooper op video vast kunnen leggen. Jeroen, Wil en Joost zitten net in de Kayak en splash! zo liggen ze er weer uit. Het water was niet warm maar het kon de pret niet drukken. En uiteindelijk zijn we er toch in geslaagd om een rondje rond een rots te peddelen. Terug in de branding ging het natuurlijk weer fout…
Na het koude zeewater wilden we het warmer op gaan zoeken en dus zijn we naar Hot water beach gereden. Klinkt warm niet? Een strand waar je een kuil in kunt graven en dan komt daar meer dan 60 graden warm water omhoog. Heel speciaal. Ik natuurlijk direct enthousiast een kuil gaan graven totdat er na een poos een kenner naar me toe kwam en me zei dat ik hier geen druppel heet water zou vinden. Daarvoor moesten we iets verder op het strand zijn. Het was niet moeilijk te vinden. Er stond een kluitje mensen bij elkaar druk te graven in het zand. Daar moet het zijn. Wij ook graven natuurlijk en ja hoor! Ook wij hadden prijs! Dat water was echt heet. Je verbrandde je voeten zowat op sommige plekken. Erg grappige plek hier in Nieuw Zeeland. Maar vooral het plaatje van al die mensen met een schap die op een kluitje kuilen aan het graven maakt het wel heel erg komisch. Net een groep kleine kinderen.
Voor het avondeten hebben we de bbq uit het schuurtje naar boven gehaald. Want ook die mochten we gebruiken. We zijn Elly en John echt heel dankbaar dat we van hun huis gebruik hebben mogen maken. Het is niet niets om zomaar je hele huis uit te lenen aan mensen die je amper kent. Natuurlijk is Marijn familie, maar de rest van ons zessen kent ze niet of slechts van twee bezoekjes. Als dank een briefje geschreven en een fles Jim Bean op de tafel achter gelaten. Vanmorgen het huis helemaal in oude staat achter gelaten en na het hek gesloten te hebben we de reis voort gezet.
We zijn onderweg weg naar Rotorua. Een stadje dat in een vulkanisch gebied ligt. Er is daar veel vulkanische activiteit en we willen daar vanmiddag thermic pools gaan bezoeken. Maar goed, op dit moment rijden we door een Hobbitachtig landschap en zijn we nog altijd onderweg. Jeroen zit nog altijd achter het stuur. Renate ligt nog in haar bed en de rest geniet van wat er buiten te zien valt, leest een boek of luistert muziek. We hebben er al een aantal geweldig mooie dagen opzitten, maar er gaat nog zoveel meer moois komen. We zijn onderweg en dat nog voor een flinke twee weken!
Tot over een paar dagen vanuit een andere plek in Nieuw Zeeland!
Joost |
|