|
Reisverslag
Weekje Tazie samengevat |
Gepost door: Joost: Launceston |
Op Sunday 11 April 2004, 06:35 |
|
Om te beginnen wil ik jullie allemaal een vrolijke Pasen wensen. Dat jullie maar veel chocolade eieren mogen vinden! Hier op Tasmanie laten we deze dagen ook niet onopgemerkt aan ons voorbijgaan. Ikzelf ben vanmorgen met Wilma en Marijn hier naar de kerk in Launceston geweest om de paasviering bij te wonen. Leek ons wel eens interessant om te zien hoe men dat hier viert, maar eigenlijk verschilt het niet veel met Nederland. Tijdens de viering wensten alle mensen om ons heen ons een vrolijke Pasen en na de viering kregen we allemaal een paasei. Het was leuk om dit hier mee te maken.
Jullie lazen het net trouwens goed. We zijn weer terug in Launceston, daar waar ons Tasmaanse avontuur twee weken geleden van start ging. De laatste keer dat jullie iets van ons vernomen hebben was vanuit Hobart. Tussen deze twee steden is er weer een hoop noemenswaardig gebeurd.
Laat ik beginnen met datgene waar wij Nederlanders vaak een gesprek mee openen: het weer. De temperatuur is de afgelopen week drastisch gedaald. Paar voorbeeldjes: afgelopen maandag zijn we naar de top van Mount Wellington gereden om de zonsopgang boven Hobart te filmen. Op de top was het 4 graden en het waaide flink waardoor het nog kouder leek. Oke, dat was dan wel om zes uur s'ochtends, maar ook gisterenochtend stond er om tien uur nog ijs op de ruiten van de auto's. Voor Jeroen en mij zakte het kwik te laag naar onze mening en woensdag hebben we onszelf bij Lake St.Clair een jas aangeschaft. Blij dat ik daar mee ben! Maakt de ochtenden en de avonden een stuk aangenamer. Buiten de temperatuur hebben we verder niet te klagen. De zon schijnt veel en de regen valt op gunstige momenten. Echt, zodra we gaan wandelen blijven de druppels hoog in de lucht hangen. Waar hebben we het aan te danken?
Tot zover het weerpraatje. Wat hebben we na Hobart allemaal gedaan? Eigenlijk veel te veel om op te noemen, maar ik ga toch proberen om jullie de leukste momenten mee te geven. Na de hoofdstad zijn we westwaarts gereden. Het westen bestaat voor een groot deel uit nationaal park en veel vind je daar dan ook niet. Dat hebben we dan ook een paar keer in praktijk ondervonden. We zijn eerst richting Strathgordon gereden om daar bij een supermarkt onze inkopen te gaan doen. We reden Strathgordon in...en er eigenlijk meteen al weer uit..."Uhm?"..."Hebben jullie een supermarkt gezien?" "Nope" was het antwoord van de achterinzittenden. Ik ben uitgestapt om aan een local te vragen waar hier in de buurt een supermarkt te vinden was. Er verscheen een klein sadistisch lachje op z'n gezicht en hij vertelde dat de dichtst bijzijnde supermarkt zo'n tachtig kilometer terug lag. Oke dan! "Dat wordt honger lijden vanavond" dachten we, aangezien we niet veel meer hadden dan wat brood, soep en noodles.
Nadat we de hoogste dam van Australie bezocht hadden, zijn we naar Ted beach gereden. Een kleine campsite waar we eerst vrij alleen waren, maar later vergezeld werden door een groep Australiers die met elkaar in grote campers door Tasmanie aan het trekken waren. Allen waren met pensioen en tien van de twaalf maanden zijn ze aan het reizen. Het waren vrolijke lui en ze konden ook nog eens lekker koken. Voor ons was dat een frustrerend gezicht. Terwijl wij water aan het opwarmen waren voor onze noodles, werden naast ons dikke biefstukken gebraden en stegen er heerlijke geuren van vis en vlees op. Toen wij eenmaal aan onze maaltijd zaten begon het. Een paar mannen van die groep kwamen ons hun bord met eten laten zien. Zo van: "kijk eens wat wij WEL en jullie NIET hebben." Ze wilden hun bord niet ruilen voor mijn met liefde bereide noodles. Steeds lieten ze hun eten zien maar uiteindelijk werd deze vrolijke plagerij rijkelijk beloond want voor we het wisten zaten we zelf ook aan de biefstuk, vis en hamburger. Ze bleven ons maar eten brengen! We waren op dat moment getuigen van de bekende Australische gastvrijheid. Ik werd er haast verlegen van omdat je niets hebt om terug te geven behalve dan een boterham met homebrand pasta...Een ding was zeker: we hadden die middag dan wel geen supermarkt gevonden, maar we gingen zeker niet met honger naar bed.
Toch was het de volgende morgen vroeg opstaan om dus die tachtig kilometer naar ons ontbijtje te rijden. Dat hebben we op ons gemakje opgegeten bij de ingang van het Mount Field national park waar we eerst de Russell Falls hebben bezocht. Een waterval die van hoog haar water in dunne sliertjes van plateau naar plateau naar beneden laat vallen. Als ik om me heen keek leek ik wel in een regenwoud te staan. Het water, de tropisch aandoende planten, de geur. Heerlijk. Na ons kortstondig bezoek aan de waterval zijn we aan een klim begonnen die ons naar een uitkijkpunt over het park leidde. En ik ga in herhaling vallen als ik zeg dat ook dit uitzicht weer super was. Af en toe zou ik zo graag willen dat jullie naast me stonden en mee konden genieten van al dat ik hier zie. Dan pas snap je werkelijk waarom ik steeds weer zo enthousiast ben.
De volgende rit was naar Lake St.Clair. Daar begint de 6-daagse Overland track. Een wandelingetje dat je binnen zes dagen van dit flinke meer naar Cradle Mountain voert. Wij hebben deze tocht toch maar niet gedaan...maar hebben zowel bij Lake St.Clair als wel bij Cradle Mountain twee dagen later een andere flinke tocht gemaakt. Bij Lake St.Clair kwamen we er trouwens achter dat we maar proviand voor een dag hadden ingeslagen terwijl we er twee dagen zouden blijven. Dat was dus geen ontbijt op goede vrijdag en eerst even een kleine honderd kilometer naar Queenstown rijden. Daar was de dichtst bijzijnde supermarkt. Hoe doen die mensen hier dat met hun boodschappen? Maar goed, je kunt jezelf op zo'n moment moeilijke vragen gaan stellen, of je kunt de auto in stappen en die honderd kilometer gaan rijden. Eenmaal in Queenstown aangekomen hebben we groot ingeslagen en om kwart over twee zaten we dan eindelijk op een stoeprand gezellig aan ons "ontbijtje"...
Later diezelfde dag arriveerden we in de buurt van Cradle Mountain en we besloten om na de koele kampeernachten van de afgelopen dagen nu weer eens voor een hostel te gaan. Goede keus, want de hemel was wolkenloos die nacht en dus vroor het. Over de wandeling naar de top van Cradle Mountain ga ik hier niets schrijven. Dat wordt een verhaal apart. Dat wil dus meteen zeggen dat dit reisverslag ver op zijn einde loopt. En nogmaals, wat je hier las is slechts een puntje van de ijsberg van wat we gedaan hebben. Als we terug zijn op het vaste land hoop ik jullie weer vaker in te kunnen lichten.
Hoe we de komende dagen hier in Launceston in gaan vullen hangt af van een gesprek wat we begin deze week hebben. Het zou namelijk best kunnen dat we hier een weekje gaan werken. Zou niet gek zijn om hier nog wat langer te blijven en tegelijkertijd geld te verdienen. In ieder geval slapen we vanavond weer in Launceston Backpackers. Leuk hostel en de eigenaar keek er alweer naar uit om ons welkom te heten. We houden jullie thuis in ieder geval op de hoogte van onze ondernemingen! Jullie nogmaals een fijne Pasen, goed je tanden poetsen na al die chocola en tot slot: groetjes vanuit Launceston!
Joost |
|